De dorpsaanpak bij de energietransitie in gemeente Raalte

3 augustus 2022

De dorpsaanpak bij de energietransitie in gemeente Raalte

Gemeenten staan voor een grote opgave met betrekking tot de energietransitie. Hoe dat wordt opgepakt, verschilt per gemeente. Gemeente Raalte betrekt haar burgers en lokale energie-initiatieven hier actief bij. Met beleidsadviseur Irene Eisink en ruimtecoach Maaike van der Veen gingen we daarover in gesprek.

Irene: “In 2019 is het klimaatakkoord getekend. Onze gemeenteraad was vanaf het begin duidelijk: ‘De energietransitie komt eraan. Ga dat van onderop vormgeven.’ Als gevolg voerden wij eind 2019 al de eerste gesprekken hierover met vertegenwoordigers van de dorpen.”

Het DNA van gemeente Raalte

Dat de energietransitie van onderop moet worden vormgegeven, komt niet uit de lucht vallen. “Het zit in het DNA van de gemeente dat bij een belangrijke opgave, wordt onderzocht hoe dat de inwoners raakt en hoe hierin samengewerkt kan worden,” aldus Irene. “Er komt veel bij zo’n proces kijken. Als beleidsmedewerkers of college krijg je dat niet alleen voor elkaar. Je hebt iedereen nodig. Deze oproep van de gemeenteraad heeft onze aanpak het benodigde draagvlak gegeven, ook voor de langere termijn.”

In de gemeente merken ze het belang van het gesprek met de samenleving. Het voorbeeld dat Maaike noemt, maakt dat zichtbaar: “Het afgelopen jaar ontwikkelden we samen met de inwoners de omgevingsvisie. Daarbij ontstond de discussie over of we voor de aanpak van de energietransitie willen wachten op nieuwe, technologische doorbraken. De meerderheid van de betrokken inwoners vond dat we al moesten beginnen, omdat de urgentie te groot is. Ze wilden aan de slag. Dat dit gesprek wordt gevoerd, bij de start, zit in het DNA van Raalte.”

In gesprek met de inwoners

“We inventariseerden allereerst het energieverbruik voor elk dorp en legden de energiedoelstellingen daarnaast. Wat dat op dorpsniveau zou betekenen, hebben we verwerkt in een infographic die we ter kennisgeving aanboden bij werkgroepen, initiatieven of het plaatselijk belang die al in de dorpen bestonden. Met hen gingen we in gesprek over het energieverbruik en de opwek van het dorp, welke ontwikkelingen er al speelden en wat er nog nodig was,” zegt Irene. De reacties waren nagenoeg hetzelfde: ‘Dit moeten we breder communiceren in ons dorp.’

De initiatieven van dorpen

Twee dorpen hielden enquêtes en andere dorpen organiseerden een informatieavond voor buurtbewoners. Irene: “De werkgroepen en plaatselijk belangen organiseerden de avonden. Zij nodigden de inwoners uit en wij waren gastspreker. De impact hiervan was groot: in elk van onze negen dorpen bevindt zich nu een lokaal energie-initiatief, in de vorm van een werkgroep, stichting of coöperatie.”

Een voorbeeld is het dorp Broekland. Inwoners van dit dorp organiseerden in januari 2020 een informatieavond en gaven daar in februari direct vervolg aan. Ze organiseerden een carrousel met allerlei experts, bijvoorbeeld op het gebied van energiebesparing, windenergie en zon op dak. Inwoners liepen daarlangs en stelden hun vragen. Irene: “Vervolgens zijn de enthousiastelingen bij elkaar gaan komen en is in oktober dit jaar hun eerste Zon op dak-project van start gegaan. De inwoners hebben getoond dat ze echte doorpakkers zijn.”

“Een ander voorbeeld is de samenwerking tussen de werkgroepen in Laag Zuthem en Liederholthuis. Zij zijn met boeren in gesprek gegaan over de mogelijkheden en bedachten het plan om daken en velden vol te leggen met zonnepanelen. Ze richtten de energiecoöperatie Salland West op en inmiddels lopen er vier Zon op dak- en twee Zon op veld-initiatieven. Dat is heel rijk,” vindt Irene.

De rol van de gemeente

Het moge duidelijk zijn: de inwoners van gemeente Raalte zijn enorm actief en initiatiefrijk. De rol van de gemeente is daarbij kaderstellend en faciliterend. Maaike: “Initiatieven moeten voldoen aan kaders, zoals de richtlijnen zonneparken. Een belangrijke voorwaarde in de richtlijnen is dat de initiatiefnemer, in gesprek met de omwonenden, zijn plannen laat zien en hun belangen ophaalt.”

Irene vult daarop aan: “We ondersteunen dorpen in wat ze nodig hebben. Ik ben daarbij het aanspreekpunt voor lokale energie-initiatieven. Omdat we willen voorkomen dat dorpen het wiel opnieuw gaan uitvinden, brengen we als gemeente kennis van buiten naar binnen. Zo hebben we, met Energie Samen, vier inspirerende themasessies georganiseerd. De sessie over organisatievormen startte met de basale vraag: Hoe gaan we samenwerken? Je kunt dit alleen doen of de samenwerking opzoeken. Naar aanleiding van die themasessies hebben de lokale energie-initiatieven een manifest opgesteld waarin ze beschrijven hoe ze hun rol zien, wat ze van de gemeente nodig hebben en hoe ze gaan samenwerken. Daarmee wordt, samen met de gemeente Olst-Wijhe, een samenwerkingsorganisatie opgericht: Het Sallands Energietransitie Initiatief.”

In Heeten had Energiecoöperatie Endona, al voor het klimaatakkoord in Parijs, Zonnepark Heeten gerealiseerd. “Ze hebben de pionierspositie,” zegt Irene. “Ze zijn veel met innovaties bezig, zoals met energieopslag en smart grids. Die kennis brengen ze ook naar andere coöperaties. Dat is een mooie samenwerking. Met Endona als voorbeeld merkten we dat een energie-initiatief veel vrijwilligersuren en kennis vraagt. Ze zijn als vrijwilligers voor het dorp aan de slag. Vanuit onze rol vind ik dat we met hen mee moeten denken. We kropen daarom in de pen en maakten een subsidie mogelijk: coöperaties kunnen 2.000 euro besteden aan de organisatie van energie-initiatieven, bijvoorbeeld voor administratieve kosten, kennis of inhuur.”

Lokaal eigenaarschap

Een andere voorwaarde van de richtlijnen zonneparken is dat er minimaal 50% lokaal eigenaarschap wordt gerealiseerd. Maaike: “Het liefst hebben we dat er vanaf het begin een lokale partij betrokken is. Allereerst omdat de opbrengsten dan terugvloeien naar de omgeving. Daarnaast staat een lokale partij voor zijn omgeving. Het toont meer inspanning voor hun belangen, waardoor het initiatief vaak meer draagvlak krijgt.”

“In Laag Zuthem loopt bijvoorbeeld een initiatief bij een boer op het land voor een zonnepark van 2 hectare. Het komt een stuk van zijn erf af te liggen en wij vroegen hem waarom dat zo was. Hij antwoordde: ‘Het moet hier, want dan ligt het dichterbij het dorp en het is voor het dorp.’ Dit is zo’n voorbeeld waarbij je ziet dat het met het dorp samen wordt gedaan.”

De knelpunten

“Het klinkt nu heel mooi en dat is het ook, maar we hebben ook te maken met veel weerstand,” geeft Maaike aan, “bijvoorbeeld als er een zonnepark, al dan niet ontwikkeld door een lokaal energie-initiatief, dichtbij het huis van inwoners komt. Niet iedereen voelt zich even betrokken bij het lokale initiatief, waardoor ze niet altijd mee willen doen. In gesprekken over bijvoorbeeld zo’n zonnepark heersen vaak veel emoties en het is ook oké als mensen tegen een initiatief zijn. Ik probeer dan in gesprek te gaan over waarom ze dat zijn. De ontwikkelaar moet vervolgens laten zien wat hij met de belangen en bezwaren van omwonenden kan doen. Kan hij er niks mee doen, dan moet hij dat uitleggen. Zo voer je het gesprek en dat is ook Raalte. Ik vind het mooi om dat te begeleiden,” zegt Maaike.

“We merken daarnaast dat nog veel inwoners de energietransitie groot en ongrijpbaar vinden. Ze zijn op zoek naar concrete getallen en structuur. Op de infographics reageren inwoners vaak positief en vastberaden: ‘Dat lukt ons wel.’ Het risico is alleen dat ze denken klaar te zijn als het eigen energieverbruik van het dorp verduurzaamd is. In praktijk is het een gemeentelijke opgave. Dorpen hebben elkaars hulp nodig en wat als Zwolle of Deventer ons nodig heeft voor de realisatie van hun opgave?” Maaike: “Het is onzeker hoe de energietransitie zich gaat ontwikkelen en hoeveel windmolens en zonne-energie nodig is. Dat helpt niet.”

“Ook is capaciteit van mensen en netaansluitingen een knelpunt,” geeft Irene aan. “We zijn een kleine gemeente, maar het vraagt wel veel van vrijwilligers en de gemeente om het te begeleiden. Je hebt daarom op de lange termijn zekerheid nodig over dat je de beweging kan blijven ondersteunen, met kennis en budget. De belemmeringen met de netaansluiting gelden voor ons hele land,” zegt Irene. “Een tekort hieraan bemoeilijkt het aansluiten van initiatieven. Heb je straks energie in de samenleving opgewekt, maar geen aansluiting op het net? Dan heb je een belangrijk risico te pakken.”

Maaike: “De energietransitie is een ontwikkeling waarin van alles speelt. Inwoners stellen daarover veel vragen. Dat is prachtig, maar soms ook lastig om uit te leggen.” “Het is een krachtenveld waarin je je zo eerlijk en transparant mogelijk staande probeert te houden,” sluit Irene mooi af.

Advies aan andere gemeentes

Sinds de start in 2019 is er al veel bereikt. Maaike beaamt dat: “We zijn goed bezig en hebben een aantal mooie initiatieven staan. Er zijn vier zonneparken gerealiseerd en we hebben nog meer vergunningen verleend. We zijn goed op weg naar de beoogde doelstellingen, al mag je dat pas echt zeggen als de stekker erin zit. Er zijn coöperaties en werkgroepen ontstaan die gesprekken voeren met inwoners. Dat is prachtig.”

Als ze het opnieuw mochten doen, dan hadden Irene en Maaike precies hetzelfde gedaan. “De dorpsaanpak past heel goed bij wat we als gemeente nastreven,” zegt Irene. “Voor mij is de kern: open, authentiek, transparant en in dialoog zijn. Het zit in die kleine dingen en in het gesprek met inwoners. Wat gebeurt er al en welke behoeften zijn er waar we op kunnen aansluiten?” Maaike voegt daar haar advies aan toe: “Luister in elk stadium echt naar de behoeften van inwoners. Vraag wat ze van de gemeente nodig hebben en ben transparant over je rol en het kader. Voer deze gesprekken niet om het gesprek, maar luister echt. Neem het gesprek serieus. Dat is erg belangrijk”

Irene sluit af: “Er was iets om te faciliteren. In onze gemeente wonen zelfbewuste aanpakkers. Moet er iets georganiseerd worden, dan doen ze dat graag zelf. Zij weten namelijk het beste wat goed voor hen is. Er is een krachtige samenleving, rijk aan vrijwilligers die het belang van het dorp voelen. Wat we organiseren, zal niet overal kunnen. Ik heb daarom veel respect voor hen en hun betrokkenheid.”