Bewonersparticipatie: twee stappen vooruit en eentje terug

3 augustus 2022

Bewonersparticipatie: twee stappen vooruit en eentje terug

Bewonersparticipatie is een prachtig middel om tot een gezamenlijk, breed gedragen plan te komen. Bewoners worden meegenomen van gedachtenvorming tot duurzame opwek. Dat dit gepaard gaat met enkele uitdagingen mag geen verrassing zijn. De kans dat bewoners welwillend staan tegenover de plannen wordt echter groter als ze al vroeg in het proces serieus worden genomen. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk laat zien hoe een succesvol participatieproces in zijn werk gaat. Jan Bouwens, voorzitter van Energiecoöperatie Bodegrave Reeuwijk, was er nauw bij betrokken. In dit artikel doet hij uit de doeken hoe de bewonersbijeenkomsten in het kader van het energieneutraal maken van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk zijn verlopen.

De gemeente Bodegraven-Reeuwijk heeft grote ambities. Ze wil in 2035 klimaatneutraal zijn. Om dit te bereiken zal er in eerste instantie ingezet worden op zon-op-dak. In een later stadium kan de gemeente niet om windenergie heen. Om tot de juiste locaties voor duurzame energieprojecten te komen, is de gemeente het gesprek aangegaan met bewoners. Vijf bijeenkomsten vormden de fundering van het participatieproces. Energiecoöperatie Bodegraven-Reeuwijk trok daarbij samen met coöperatieve vereniging De Windvogel de kar.

Kleine stapjes vooruit

“Bewonersparticipatie is een kwestie van twee stappen vooruit en eentje terug. Per saldo maken we dan toch progressie.” Zo beschrijft Bouwens lachend de uitkomst van de vijf bewonersbijeenkomsten over duurzame energie. De samenkomsten zijn georganiseerd door de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Op dinsdag 29 januari 2019 vond de laatste ronde van het ‘werkatelier’ plaats.

bewonersavonden Bodegraven-Reeuwijk
De bewonersavonden vonden op de volgende locaties plaats: Avond 1 – Reeuwijk-Dorp, avond 2 – Nieuwerbrug, avond 3 – Reeuwijk-Brug, avond 4 – Waarder, avond 5 – Bodegraven.

 

Het doel van de vijf avonden was om geschikte locaties voor zonnevelden en windmolens te vinden. Vanzelfsprekend werd er ook geluisterd naar zorgen omtrent de zon- en windprojecten. Met name de mogelijke hinder die windmolens kunnen veroorzaken is uitgebreid aan bod gekomen.

Bewoners konden ter plekke met stickers mogelijke locaties voor opwekprojecten aangeven op de kaart. In de kaart was rekening gehouden met het wegennetwerk, hoogspanningsmasten en stilte- en natuurgebieden. Op die manier was voor iedereen vanaf de start al duidelijk waar de mogelijkheden voor opwek liggen en waar niet.

Inwoners van de gemeente hebben met elkaar ongeveer negenhonderd stickers met windmolens, zonnevelden en verdere opmerkingen een plaatsje gegeven op de kaart. De kaarten van de vijf bewonersavonden zijn over elkaar heen gelegd zodat er een trend ontwaard kon worden.

Lokaal eigendom

Hoewel er positief is gereageerd op de plannen van de gemeente, zijn er ook zorgen geuit. Vooral bewoners bij wie een windmolen wellicht in hun ‘achtertuin’ terecht komt maken zich zorgen. “Daarom is lokaal eigendom ook zo belangrijk”, vertelt Bouwens. ‘’We moeten duidelijk maken dat de energietransitie in het voordeel van elke burger is. Als verdiensten terugvloeien naar de lokale gemeenschap dan zie je dat er minder weerstand is. Als een project niet voor jou loont en eventueel hinder veroorzaakt dan kom je in protest.’’

Bij lokaal eigendom zijn bewoners of bedrijven uit de lokale gemeenschap (mede)-eigenaar van een zonnepark of windmolen. Vaak ligt dat eigendom in handen van een coöperatie. Bewoners kunnen lid worden van de coöperatie en op die manier mede-eigenaar van het project of de projecten.

Wat heeft het proces opgeleverd?

De vijf bijeenkomsten zijn bezocht door zo’n zeshonderd mensen. “Hierbij moet je wel in gedachten houden dat er meer voor- dan tegenstanders op afkwamen”, voegt Bouwens daaraan toe. “In de praktijk betekent dit dat onze voorlichting een groot deel van de bewoners niet heeft bereikt.”

Het is opvallend dat er vooral voorstanders op de bijeenkomsten zijn afgekomen. Bouwens legt uit hoe dat zit: “Het doel van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk is om in 2035 klimaatneutraal te zijn. Hiertoe is er in april 2017 een routekaart opgesteld . Bewoners hebben een brief op de mat gekregen met de vraag om mee te denken over hoe we als gemeente dat doel kunnen bereiken. Op de vraag wie wil meedenken krijg je met name reacties van mensen die geïnteresseerd zijn in de energietransitie. Tegenstanders kom je pas veel later in het proces tegen. Bijvoorbeeld als de locaties voor opwekprojecten bekend worden gemaakt.”

Tip van Bouwens voor gemeenten is dan ook om al heel vroeg in het proces contact te zoeken met bewoners.

Aandacht op zon

Bouwens noemt de bijeenkomsten een succes. De voorkeursplekken die bewoners hebben aangegeven voor nieuwe initiatieven helpen de gemeente om te bepalen waar de zon- en windprojecten komen te staan. Uiteindelijk hakt de gemeenteraad de knoop door. Op dit moment kan er nog niet worden ingezet op windenergie. De provincie Zuid-Holland staat het plaatsen van windturbines in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk niet toe. “Wij hopen dat het in de nabije toekomst wel mogelijk wordt om in te zetten op windenergie. We zullen moeten inzien dat het Groene Hart geen museum is. Het gebied ontwikkelt zich. Maar die ontwikkeling ligt gevoelig.”

Ingehaald door RES

Het participatieproces zoals uitgevoerd in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk is inmiddels ingehaald door de Regionale Energie Strategie (RES) voor de regio Midden-Holland. De input van de bewoners is meegenomen in deze gloednieuwe strategie. De provincie zet ook in op lokaal eigendom. Omwonenden moeten kunnen meedelen in de opbrengsten van windmolens en zonneparken. “Hierin ligt een rol voor de coöperatie weggelegd want juist zij kunnen dat goed organiseren”, aldus Bouwens.

Tips voor gemeenten van Jan Bouwens

“Het is allereerst belangrijk dat je als gemeente op tijd begint. Mensen voelen zich niet serieus genomen als het einddoel eigenlijk al bepaald is. Het is essentieel dat je mensen meeneemt in de gedachtevorming. Houd ondertussen het proces goed in de gaten. Tot slot kun je als gemeente de deskundigheid van inwoners exploiteren. Zij kennen hun omgeving tenslotte het beste.”